Ben Caplan in Rotown
De Canadese muzikant Ben Caplan is voor een korte tour in Nederland, ik zag hem gisteravond, met zijn vaste vierkoppige band, in een uitverkocht Rotown. Hij speelde nagenoeg al het werk van zijn derde en laatste album, Old Stock, een selectie uit zijn muziektheatervoorstelling Old Stock: A Refugee Love Story dat al met veel succes in de Canadese en Amerikaanse theaters heeft gestaan, met als hoogtepunt, aldus Caplan op twitter, de reeks voorstellingen in het NewYorkse off-Broadway theater 59E59, dat ook een paar off off Broadway zalen heeft, maar Caplan cs stonden pontificaal in de A-zaal; het Roemeens Joodse verhaal van twee immigranten, gespeeld en gezongen in de traditie van de klezmer muziek, vermengd met de typisch treurig melancholieke Balkan Sound zal ongetwijfeld aan het succes hebben bijgedragen.
Afgezien van het misverstand bij Caplan dat het erg hip is om ons ruim twintig minuten te laten wachten, was het verder een prima concert, zonder veel storingen of uitvallers, zoals de laatste keer, ook in Rotown, toen de techniek, en ook zijn gitaar, het meerdere keren liet afweten. Nu ging er alleen een microfoonsnoer stuk, Caplan loste dat snel op door met de microfoon van de accordeonist onverstoorbaar verder te zingen. De bij eerdere concerten duidelijk waarneembare zenuwen waren dit keer totaal afwezig.
Caplan (Halifax, Nova Scotia) speelt niet alleen een klein driftig mannetje, hij is het zelf ook, schoenmaat 34, begin dertig, hij ziet eruit of ie vijftig is maar daar had ik vroeger ook last van, of niet, hoe je het maar bekijkt. Hij is begiftigd met een dijk van een baritonstem, kan geweldig zingen en nog beter schelden. En schreeuwen doet ie ook; de beste grap van de avond: Caplan: You wanna hear more? Publiek: Yeah!!. Caplan: Then Fuck You! Om vervolgens nog drie nummers te spelen, waaronder het mateloos populaire 40 Days & 40 Nights dat door het piepjonge publiek zo massaal werd meegezongen dat Caplan en de band konden variƫren op het refrein, want dat stond als een huis.
Even daarvoor speelde hij, zonder band (alleen de keyboardspeler was achtergebleven voor een minimale begeleiding) Drift Apart, een van mijn favoriete nummers van zijn debuutalbum uit 2011. Dat is zeven jaar geleden.. de man is nog maar net begonnen! Weliswaar geen rookie, maar een veteraan is ie ook nog lang niet. Terwijl hij er zo zijn best voor doet om eruit te zien als de ouwe Tevye uit Fiddler on the Roof. Wie weet zien we hem daar ooit in terug, Amerikaanse musicalproducenten houden van type casting, de looks heeft hij al.
Afgezien van het misverstand bij Caplan dat het erg hip is om ons ruim twintig minuten te laten wachten, was het verder een prima concert, zonder veel storingen of uitvallers, zoals de laatste keer, ook in Rotown, toen de techniek, en ook zijn gitaar, het meerdere keren liet afweten. Nu ging er alleen een microfoonsnoer stuk, Caplan loste dat snel op door met de microfoon van de accordeonist onverstoorbaar verder te zingen. De bij eerdere concerten duidelijk waarneembare zenuwen waren dit keer totaal afwezig.
Caplan op de banjo..
Caplan staat ogenschijnlijk met grote zekerheid en flair op het toneel, de ervaring met de muziektheatertour van Old Stock, waar hij zelf ook in meespeelt, heeft hem sterker gemaakt, hij is inmiddels de plankenkoorts en de hysterische houding van alles-moet-kloppen-want-anders-spelen-we-niet (zoals ooit bij een concert in de Armeniuskerk, een paar jaar terug) voorbij. Caplan (Halifax, Nova Scotia) speelt niet alleen een klein driftig mannetje, hij is het zelf ook, schoenmaat 34, begin dertig, hij ziet eruit of ie vijftig is maar daar had ik vroeger ook last van, of niet, hoe je het maar bekijkt. Hij is begiftigd met een dijk van een baritonstem, kan geweldig zingen en nog beter schelden. En schreeuwen doet ie ook; de beste grap van de avond: Caplan: You wanna hear more? Publiek: Yeah!!. Caplan: Then Fuck You! Om vervolgens nog drie nummers te spelen, waaronder het mateloos populaire 40 Days & 40 Nights dat door het piepjonge publiek zo massaal werd meegezongen dat Caplan en de band konden variƫren op het refrein, want dat stond als een huis.
Even daarvoor speelde hij, zonder band (alleen de keyboardspeler was achtergebleven voor een minimale begeleiding) Drift Apart, een van mijn favoriete nummers van zijn debuutalbum uit 2011. Dat is zeven jaar geleden.. de man is nog maar net begonnen! Weliswaar geen rookie, maar een veteraan is ie ook nog lang niet. Terwijl hij er zo zijn best voor doet om eruit te zien als de ouwe Tevye uit Fiddler on the Roof. Wie weet zien we hem daar ooit in terug, Amerikaanse musicalproducenten houden van type casting, de looks heeft hij al.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage