Beth Hart in Parijs
Beth Hart in Palais des Congres, Parijs
Beth Hart is in de heer. Ik dacht dat ze een grap maakte
maar ze meende het echt. Ze heeft de klassieke weg afgelegd, via
softdrugs, harddrugs, en weer terug, om vervolgens in een zware
alcoholverslaving terecht te komen, waar we bij haar optreden tijdens NorthSea
jazz een paar jaar terug, nog een staartje van hebben meegekregen. Inmiddels is
ze naar eigen zeggen drie en een half jaar van de drank af, het Parijse publiek
in het Palais des Congres had er een warm applaus voor over.
eigen foto's, met een sony cameraatje. klikken voor grotere afbeelding.
Wat god precies met haar doet weet ik niet, ik hou mijn hart
vast. Bob Dylan hield het een paar jaar en een stuk of wat albums vol, ik hoop
dat Beth Hart haar god vooral privé bezingt en zich verder bezighoudt met waar
ze erg goed in is, het zingen van haar eigen prachtige blues ballads en stevige
blues rock nummers. In Parijs was dat zeker zo: Beth Hart was godzijdank
(sorry) gewoon Beth Hart, ze vloekt gelukkig nog altijd als een bootwerker,
zingt haar nummers, roept, schreeuwt, fluistert, alles even muzikaal en
prachtig gespeeld en gezongen en ondertussen is ze nog even hysterisch, maar
een stuk minder chaotisch dan bij haar debuut op NorthSea Jazz, in 2015.
Mijn keus om haar in Parijs te zien pakte volgens mij goed
uit. Behalve een mooi excuus om een paar dagen in die stad te zijn, waar ik erg
graag kom, had ik het idee dat een optreden van haar voor een zaal met vier
duizend man te verkiezen is boven dat gigantische Ziggo Dome, dat met zeventienduizend
toeschouwers domweg veel te groot is voor Beth Hart en een band van drie man.
Beth Hart moet contact kunnen maken met haar publiek, en andersom
ook. Ze loopt, danst, rent het hele podium over, zoekt de zijkanten op, gaat midvoor
op de rand zitten, bijna op schoot bij de eerste rij.
Hoe dat in Amsterdam ging weet ik niet, volgens de recensenten was ze onder de indruk, ze
had, zei ze, nog nooit in zo’n grote zaal gestaan. In het Palais des Congres zei ze
ongeveer het omgekeerde; ze voelde zich onmiddellijk op haar gemak, geen zenuwen,
geen stress, geen angst, ze voelde zich rustig en helemaal oké, zei ze. En vervolgens
begon ze haar verhaal over god, dat dan weer wel.
Enfin, dat Beth Hart een onmogelijk mens is om mee samen te
leven of überhaupt in de buurt te hebben, geloof ik meteen. Ze was, zoals ze
zelf zei, door haar drankverslaving een verschrikkelijk en onmogelijk kutwijf geworden,
vooral voor haar echtgenoot, haar begeleidingsband en haar moeder, zei ze, maar
ook voor haar publiek. Ze dacht bij elk optreden niet aan muziek, ze was alleen
met drank bezig, en of daar genoeg van in de buurt was. Dat laatste zag ik haar
in Rotterdam inderdaad veel doen, ik dacht dat het de zenuwen waren, het bleek dus
een zware verslaving.
Het dubbele is natuurlijk dat Hart over al die shit vervolgens
prachtige nummers schrijft en die ook prachtig uitvoert. Met een uitstekende
begeleidingsband, die deze hele tour meegaat: Gitarist Jon Nichols, best goed maar, flauw natuurlijk,
geen Joe Bonamassa; Bob Marinelli op bas, je hoort hem wel maar ziet hem niet,
een eigenschap van veel goeie bassisten; en Bill Ransom, een retegoeie, felle,
strakke drummer.
Mevrouw Hart liet haar echtgenoot, tevens bandmanager Scott
Guetzkov ditmaal in de coulissen. Ze bleef op de been, hoefde haar schoenen
niet uit te trekken, had uiteraard geen drank nodig, en ook geen andere morele
steun, ze kon het, dankzij de liefde die ze van god krijgt, allemaal prima
zelf, daar in Parijs, samen met haar bandleden. Wie haar wil zien moet wachten
tot eind oktober, dan komt ze voor één solo optreden naar Tivoli, Utrecht. Wees
er snel bij, de kaartverkoop begint morgen en is in geen tijd uitverkocht.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage