dinsdag 28 december 2010

moord in de kerststal

jezus als zingende foetus in de buik van maria. een schijtende os die de nageboorte naar binnen schrokt. drie homoseksuele koningen. gabriël in elviskostuum op rolschaatsen. keet trappen op het toneel is het leukste wat er is. om het te verzinnen, te doen en vooral ook om er naar te kijken; zeker als je een bevriende recensent mag begeleiden en dus op de beste plaatsen zit. daarom gisteravond veel plezier gehad bij ‘moord in de kerststal’ van het rotheater. totale anarchie in speelstijl, blasfemische grappen en onzinnige verhaallijntjes. met energie en plezier gespeeld, op en top gekostumeerd, bepruikt en technisch perfect uitgevoerd. ‘voor iedereen wat’ moeten de makers hebben gedacht, dat is gelukt: als de zaal moest lachen begreep ik meestal niet waarom, en omgekeerd. de visuele grappen winnen het wat mij betreft van de tekstgrappen, maar die zijn af en toe zo schaamteloos fout dat ze je wakker houden: wel op blijven letten, niet alleen makkelijk lachen en ongevaarlijk gezellig zijn. dat maakt ze dan toch weer goed. het ro kan zijn publiekcijfers (mochten ze dat nodig hebben) met deze familievoorstelling flink opkrikken. nu maar hopen dat de gemeente met haar geplande kaalslag daar gevoelig voor is.

zaterdag 25 december 2010

limburg losgekoppeld

ik hoorde op de radio het bericht dat limburg was losgekoppeld van de rest van nederland.

ik had niet goed geluisterd, het bleek te gaan om de dienstregeling van de ns.

maart vorig jaar was ik in heerlen voor de begrafenis van een jeugdvriend uit amstelveen. op zijn zevende was hij met zijn familie naar limburg verhuisd. het bericht van zijn dood gaf een schok die ik alleen kon verwerken door in de auto te stappen en naar limburg te rijden voor zijn uitvaartdienst.

in het stampvolle kerkje even buiten heerlen nam de priester afscheid van iemand die weliswaar zeer sociaal en erg geliefd was, maar ‘natuurlijk niet van hier’.
ik dacht eerst dat ik het niet goed had gehoord maar hij zei het nog eens: de overleden jeugdvriend ‘was er een uit het westen’.

meer dan veertig jaar geleden verhuisd naar heerlen, daar de rest van zijn leven gewoond, geleefd, gewerkt. en nu was hij dood, god zegene hem, maar hij bleef natuurlijk wel een vreemdeling, want ‘niet van hier’.

ik vond het eerlijk gezegd geen gek idee, ‘limburg losgekoppeld van de rest van nederland’.

woensdag 22 december 2010

bob dylan radio

ik vind het een pracht van een uitvinding: internetradio. ik bedoel het apparaat waarvan ik tot een paar weken geleden het bestaan niet wist.

deze digibete sukkel dacht zijn kabel abonnement te moeten aanhouden om in de huiskamer ‘gewoon’ naar de radio te kunnen blijven luisteren (dat doet hij vaker dan televisie kijken). maar de digitale televisie aanzetten om vervolgens met slecht geluid naar een paar ranzige popzenders te luisteren (meer biedt kpn niet) beviel hem niet.

het gerommel met een prehistorische fm antenne heeft een week geduurd, toen kon die ook naar zolder: dat was niks. via de computer dan maar, eerst een paar goeie computerboxen kopen voor een beter geluid en een weblijstje maken van favoriete zenders. zo moest het lukken.

kijk, zegt mijn vrouw toen we in de winkel stonden, er bestaan ook internetradio’s. ‘onmogelijk’ (wij staan nooit samen in een winkel). ‘wat is dat dan?’ ‘geen idee.’ ‘internetradio staat er op.’ ‘ hm.’

nu kom ik inderdaad uit de tijd van de draadomroep, maar ik liep wel als een van de eersten in nederland in de trein en bij albert heijn te bellen met een mobiele telefoon zonder draaischijf (niet dat ik daar trots op ben, ik heb blijkbaar iets op gang gebracht, nu haat ik het). het gaat om de vooruitgang, of je de technische ontwikkelingen een beetje bijhoudt.

en dat deed ik: de elektrische typmachine met één regel geheugen waardoor je typfouten meteen zonder typpex kon wissen had ik toen al ingeruild voor een computer (of wat daar voor doorging).

kortom ik vond mezelf een man die vooruit keek, mijn groep wurz was ook een van de eerste theatergezelschappen met een eigen website (ook al weer jaren uit de lucht).

noem het de wet van de remmende voorsprong, ik was alweer tijden in slaap gesukkeld.

internetradio dus. draadloos, zo’n tienduizend zenders wereldwijd, makkelijk op te zoeken en een perfect geluid, de meeste themakanalen klinken honderd keer beter dan al mijn cd’s. alleen bob dylan radio niet.

bob dylan radio?

jawel, vierentwintig uur per dag bob dylan, op je radio

vierentwintig uur per dag bob dylan wie wil daar in godsnaam naar luisteren?

nou eh, ik, en misschien nog een paar mensen..

presenteert bob zelf?

bob heeft niks met die zender te maken. pete freckelton is een grote fan van hem en hij beheert die site vanuit port williams, nova scotia, aan de oostkust van canada.
veel bootlegs, live opnamen en je verzoeknummers worden binnen het half uur gedraaid.

of luister anders naar jazz uit new york, blue grass uit tucson, texas radio uit austin, of kampvuurradio (campfire radio, bestaat echt). maar ook 24/7 abba (luister tien seconden, dan weet je het wel), of radio nostalgie uit frankrijk.

maar het beste alternatief is toch het blues themakanaal van radio 6. alleen goeie muziek, geen nieuws, geen gepraat.

de andere negenduizendnegenhonderdvijftig zenders probeer ik de komende maanden uit..

vrijdag 17 december 2010

pc hooftprijs 2011

op een zondag namiddag in amsterdam ergens midden jaren tachtig ging de telefoon aan de taxipaal apollolaan, mijn favoriete plek. de standplaats op de apollolaan stond meestal leeg, instappers waren er nauwelijks, ik had alle tijd om aan mijn tekst en regie projecten te werken. ik deed in die tijd de regie opleiding aan de amsterdamse theaterschool en verdiende mijn geld als taxichauffeur.

voorkomen op een adres in oudzuid, hobbemakade, geen probleem. ik parkeerde de taxi voor de deur en stelde mij afwachtend op in het openstaande portier van de mercedes. een man en vrouw kwamen geheimzinnig glimlachend naar buiten, alsof ze net gevreeën hadden. de nogal wild opgemaakte vrouw met een enorme haardos zag ik het eerst.

ik dacht de situatie volledig onder controle te hebben, deed de deur voor haar open, liet haar achter instappen, gewoon mijn gebruikelijk ritueel om de mensen in oud zuid te laten merken dat niet alle amsterdamse taxichauffeurs hufters zijn. toen zag ik de man die haar vergezelde.

ik had het allemaal verkeerd gezien. hij was niet met haar, zij was daar dankzij hem: henk hofland.

nu kon ik in die tijd beter een gewone amsterdammer, een bruut, een dronken stratenmaker, een crimineel of een ordinaire lullekop in mijn taxi hebben dan iemand waar ik tegenop zag. want dan werd ik licht zenuwachtig. en dat kun je als taxichauffeur niet gebruiken. schrijvers, dichters, muzikanten, ik heb ze regelmatig de verkeerde kant op gestuurd.

‘chauffeur, hadden we hier niet naar rechts gemoeten.’

‘ waarschijnlijk wel, meneer.’

‘neem dan de volgende straat maar.’

ik overdrijf licht, er zijn ritten geweest die wèl goed gingen. jan cremer bijvoorbeeld, of remco campert, herman brood, joop van tijn, simon carmiggelt, renate rubenstein; haar tilde ik met wagentje en al het souterrain van annie mg schmidt binnen, die hebben nooit iets te klagen gehad.

maar tijdens die rit van hofland naar de hoogte kadijk, een rit van niks, heb ik me achter het stuur enorm zitten opwinden over de te nemen route: verdomme, als dat maar goed gaat.

sommige journalisten durfden een paar jaar geleden hardop te zeggen dat ze ‘ hofland wel eens een keer oversloegen’ als ze de krant lazen. en ja, ik vond zijn roman ‘ de jupiter’ (alweer een tijd geleden) ook geen hoogtepunt. ja dus, nou en.

alle rotsen in de branding verdwijnen langzamerhand in zee, maar die broze verweerde klomp die hofland heet is er nog. kwestie van in leven blijven? het gaat er ook om hoe. ik volg hem nog altijd.

woensdag 15 december 2010

Herakles Redder in Nood

Weer een Heraklesverhaal uit de epiloog van Tuin van Holland..

Sommige mensen zeggen dat de opstand van de giganten plaatsvond lang vóór de schepping van de mens. Maar anderen beweren juist dat de Olympische goden de aanval van de giganten hebben overleefd dankzij de hulp van een mens: de grootste held uit de griekse mythologie, Herakles.

Zeus zou zijn zoon zelfs om die reden hebben verwekt. Want een orakel had de oppergod verteld dat de goden de giganten wel konden verwonden maar dat alleen een man als Herakles in staat was de reuzen te doden.

Hoezeer de almachtige Zeus afhankelijk was van de daadkracht van zijn zoon blijkt uit het verhaal van de verkrachting van Hera door de gigant Porphyrion.

Volgens die relatief onbekende post homerische vertelling weet Herakles niet alleen de giganten te doden, maar redt hij ook het huwelijk van Zeus en Hera.

De gigant Porphyrion was via een piramide van rotsblokken de hemel binnen geklommen.
Hij stormde op Hera af en greep haar bij de keel. De godin schreeuwde om hulp, maar de enige god die in de buurt was om haar te helpen was Eros, de god van de liefde.

Hera had geen keus: het was sterven of bemind worden. Ze smeekte Eros een pijl recht in de lever van het monster te schieten. Daarop veranderde de gigant van woeste belager in een smoorverliefde reus. Hij rukte Hera haar goddelijk gewaad van het lijf, smeet haar op bed en begon haar hevig te beminnen.

Zeus, die op het lawaai was afgekomen, wierp woedend van jaloezie zijn bliksem naar de minnaar van zijn vrouw. Dat haalde weinig uit, hij kon de gigant immers niet doden, alleen verwonden. Daarop brulde Zeus naar de aarde: ‘Herakles, zoon, schiet je pijlen af, mijn vrouw wordt belaagd.’

Herakles, die net bezig was een andere gigant af te maken, bedacht zich geen seconde. Hij rende de hoogste berg op en schoot met een welgemikt pijlschot Porphyrion dood, net voor die zijn zaad in de schoot van Hera kon storten.

Volgens mythologen, die de aanval van de gigant op Hera interpreteren als een erotische nachtmerrie van de godin, betekent dit verhaal vooral dat het wijs is om de hulp van Herakles de Redder in te roepen wanneer men, op welk uur van de vierentwintig ook, overvallen wordt door erotische dromen die het huwelijk bedreigen.